Voor een veilige en aangename ballonvaart zijn goede weersomstandigheden essentieel. Het moet droog zijn, met voldoende zicht en beperkte wind.
Windsnelheid: Aan de grond mag de wind niet harder gaan dan 10 km/u. In de lucht mag dit oplopen tot ongeveer 20 km/u. Hoewel onze ballonnen technisch gezien meer aankunnen, kiezen we voor comfort en veiligheid
Zichtbaarheid: Er mag geen regen, mist of lage bewolking zijn. Een paar mooie stapelwolken (cumulus) vormen geen probleem en kunnen de vlucht zelfs extra sfeervol maken.
Een mooie zomerdag is niet noodzakelijk ideaal om te vliegen, omdat hoge temperaturen (meer dan 25°C ‘s avonds) de ballonprestaties verminderen.
Paragraaf
Boven de 30°C kan de hitte tijdens de vlucht zelfs overweldigend worden… In dat geval vliegen we niet.
Onweer: Als er onweer wordt voorspeld binnen een straal van 40 km, wordt de vlucht geannuleerd — ook als het lokaal windstil en helder is. Veiligheid gaat altijd voor.
De beslissing om al dan niet te varen ligt volledig bij de piloot, die op elk moment de veiligheid van passagiers, bemanning en omstanders voorop stelt.