Het terrein voor het opstijgen van een luchtballon moet een oppervlakte hebben van ongeveer een kwart van een voetbalveld zonder obstakels. Dit betekent geen elektriciteitslijnen, windmolens, of dieren zoals koeien en paarden. Idealiter is het terrein ook beschermd tegen de wind. Grasvelden en weiden zijn daarom ideaal, mits ze gemaaid zijn.

Gewilde opstijglocaties zijn parken, kastelen, gemeentelijke pleinen en privé-eigendommen. In alle gevallen is het belangrijk om vooraf toestemming te verkrijgen van de eigenaar. Soms is ook een vergunning van de gemeente vereist.
Er bestaan uitzonderingen, zoals de “permanente opstijglocaties” voor heteluchtballonnen. Deze bevinden zich voornamelijk in het zuiden van het land, bijvoorbeeld in Céroux-Mousty, Erpent en Beloeil.

Indien u zelf geen geschikte opstijgplaats heeft, zorgt de piloot ervoor dat er ergens in de buurt kan worden opgestegen. Hierbij is er echter geen garantie dat de ballon precies boven uw dorp of gemeente zal varen. Veiligheid staat altijd voorop.